Corry deel 2
Door: Corry
Blijf op de hoogte en volg Willemijn
06 Januari 2015 | Anguilla, Anguilla
Willemijns soep van dag 1 was nog voor de helft over, dus wij aten nogmaals een gezonde maaltijdsoep op deze eerste dag van het nieuwe jaar. ’s Avonds een beetje bijtijds het bed in, want Willemijn moest op vrijdag de hele dag naar de kliniek (9-18 uur).
In de avonduren kan het behoorlijk gaan waaien, internet valt dan uit, en soms komt er nog even een stevige regenbui langs. Lekker verfrissend, en geen straf, je neemt het lekker ontspannen waar vanuit je luie stoel in de open keuken.
Vrijdagochtend eerst even samen een ontbijtje genuttigd, daarna stapte Willemijn in de auto naar de kliniek. Het is dan maar 4 minuten rijden, lopend doe je er een minuut of 12 over, maar in de hitte ’s middags terug de berg oplopen is dan net wat veel.
Tegelijkertijd ging ik met Milou op pad voor het ochtendloopje. Je kunt twee kanten op: omhoog of omlaag, maar omhoog is leuker omdat je wanneer je weggaat sowieso omlaag moet. Maar waar je ook gaat, overal zijn leguanen, dus het is altijd spannend!
Daarna liet ik Milou thuis achter en vertrok naar de hoofdweg om een bus naar Philipsburg te nemen. Daarbij moet je je een oud VW-busje of iets dergelijks voorstellen, waar een kartonnetje met “Philipsburg” in staat. Ze komen om de haverklap en worden gerund door locals. Als je eruit wilt, roep je hard “stop”, dan stopt hij subiet, je betaalt (deze rit van 15 minuten kostte 2 dollar), en onderweg heb je alle tijd om om je heen te kijken en het leven van alledag te aanschouwen.
In Philipsburg lopen veel toeristen rond, want dagelijks leggen er een stuk of 4, 5 cruiseschepen aan. De hoofdstraat is een aaneenschakeling van sieradenwinkeltjes, de één met nóg mooiere aanbiedingen dan de ander.
Tussendoor een kleurrijk marktje, en diverse in het oog springende gebouwtjes: meest kerken (baptisten, methodisten, apostolischen, rooms-katholieken, etc.)
Op de markt liet ik mij verleiden tot het kopen van een hoed, tegen de zon. Zo één met een flinke rand. Lekker slim als het zo nu en dan flink waait…
Toen werd het tijd om op zoek te gaan naar een boodschap waar Willemijn me op uit had gestuurd: een speciale aanbieding van een prepaid telefoonkaart, met gratis smartphone erbij. Tellcell zou die aanbieding gehad hebben tot het einde van het jaar. Ik heb met moeite 3 zaakjes gevonden, tussen al die juwelierswinkeltjes, en in ander straatjes, en stuk voor stuk vertelden ze dat ik voor een aanbieding naar het hoofdkantoor zou moeten gaan. Maar ja, waar vind je dat?
Uiteindelijk, na een uurtje rondlopen en een paar keer de weg vragen, kwam ik er!
Alleen, jammer maar helaas: ze waren gesloten tot 5 januari. Dus… maandag ga ik het nog een keer proberen. Ik weet nu per slot van rekening waar het is, en het bustochtje was eigenlijk het leukste van deze ochtend! Heel leuk, te merken hoe hulpvaardig de plaatselijke bevolking is. Ik riep natuurlijk niet hard genoeg “stop”, maar een stevige zwarte krullenbol achter me, zette mijn geroep even kracht bij, dat werkte!
Toen het tijd was voor een break streek ik neer op een terrasje waar ze bevroren yoghurt verkochten, heerlijk, met vers fruit erbovenop.
De warmte en de relatieve saaiheid van de stad vielen me zwaar, maar aan de boulevard waai je ook weer lekker uit, dus maandag weet ik precies mijn route: telefoonkantoor, yoghurt-tent en boulevard.
Maar vrijdag was ik dus lichtelijk verhit toen ik thuiskwam, en Milou moest nog even uit.
Pft, ik was blij toen ik in de luie stoel kon neervallen.
Geslapen totdat ik om 5 uur naar Willemijn d’r werk toe zou gaan.
Blijkbaar had Willemijn net een zeer chaotisch verlopen dag achter de rug, maar iedereen was vrolijk: Dokter Glen, receptioniste Amy (waar Milou zich heel goed bij thuis voelt, onder de balie), en de assistentes Eva en Roxanne.
Ik moest mezelf maar even rondleiden: beneden de behandelkamer, en twee spreekkamers. Boven de operatiekamer en twee kamers met allemaal opgehokte honden en katten, die alle hun aanwezigheid luidkeels kenbaar maakten…
Het geheel oogt tamelijk rommelig en (ver)oud(erd), en ik keek mijn ogen uit hoe Willemijn zich daar blijkbaar heel gemakkelijk in beweegt, en zich heel vaardig weet uit te drukken in het Engels (wist ik wel, maar ik ben er steeds weer stil van).
’s Avonds gingen we samen uit eten bij Pineapple Pete, een gezellige open tent, waar we een cocktail dronken, en allebei een hoofdgerecht en een lekker toetje aten. Dr. Glenn had gezegd dat de eigenaar een klant was, en dat Willemijn daar maar aan moest refereren, dan zou ze vast korting krijgen. Daar voelde ze helemaal niet voor, maar… bij het afrekenen werd gevraagd of ze op vakantie was of dat ze een bewoner was, en dat leverde ook een lagere rekening op.
Toen we bij de auto kwamen, bleek een achterlamp te branden. Nu had ik ’s morgens al geconstateerd, dat er maar één remlicht brandde. Deze brandende lamp wees er natuurlijk op dat de lichten aan waren blijven staan. En ja hoor, een kort gepruttel was alles wat de auto wilde doen.
Geen nood, Rob gebeld (de vriend van de dochter van Eva), en binnen een kwartier stond Alex (de zoon van Eva) daar met Rob’s auto én startkabels.
Na twee pogingen deed het roze autootje het weer!
Wel even een extra rondje over het eiland rijden: langs het vliegveld en via Marigot, voor mij geen straf om e.e.a. by night te mogen aanschouwen.
Je ziet geen rommel, wel veel gezellige verlichting!
3 januari
Omdat we vanmiddag wilden gaan snorkelen, waarbij Milou niet meekon (wie moet er dan op haar passen), was het handig als ik vanochtend met Milou een tochtje zou lopen.
Eerst nog even een halfuurtje met Jan geskypt. Heerlijk, rustig even face-to-face bijkletsen.
Toen Milou opgehaald op de praktijk (Willemijn was vandaag wél gaan lopen om niet het risico te lopen dat de auto weer stil zou gaan staan van alleen maar kleine eindjes rijden).
Tussen 11 uur en 1 uur had ik de tijd aan mezelf, met een door Willemijn vagelijk beschreven wandelpad. Eenmaal onderweg vond ik het wel behoorlijk stilletjes, er was werkelijk helemaal niemand. Na een half uur kwam ik een loslopende vrouw tegen, dat stelde me enigszins gerust. En Willemijn doet zulke dingen ook alleen, en de bevolking is aardig… En ik had Milou bij me, dus wie doet me wat?
Hoe verder ik kwam, hoe leuker ik het eigenlijk vond. Op een zeker moment nog een zijpad gevonden dat op een andere manier terugleidde, en lekker veel schaduwplekjes onderweg.
(Willemijn heeft overigens wel een wandelclub gevonden die in het weekend wel eens wat onderneemt, is ook al een keer mee geweest).
Vanmiddag gingen we met de auto naar een baai, in het Franse gedeelte, waar een soort wandelpad door zee naar een eiland zou zijn (had Willemijn gevonden in een verslag van een andere “waarbenjijnu-er”).
Dat was echt leuk! Ongeveer 250 meter door het water waden en dan op een eilandje aankomen! De bodem van het eiland was één en al gat, maar we van stevig rotsgesteente, dus je kon er goed over lopen.
Alleen geen foto’s want we durfden de fototoestellen niet mee te nemen het water door…
Deze kant van het eiland is overigens sowieso een heel stuk rustiger, en minder dicht bevolkt.
De laatste ervaring deze dag was een snorkelpartijtje in de baai waar Fokelien bij woont. (Daar woonde Willemijn de eerste weken). Het was lachen, om erin te komen, grote golven joegen je steeds weer het land op.
Maar eenmaal door de branding ging het goed. We zwommen naar een rotspartij, waar met de duikbrillen leuke vissen waar te nemen waren, vraag me niet hoe ze heten.
De terugtocht verliep iets minder makkelijk: Mijn knie schoot vast, en ik kon wel zwemmen, maar niet meer goed gaan staan. Moest ondertussen de inmiddels weer uitgetrokken snorkel, duikbril en flippers vasthouden, in die tamelijk woeste golven. Het was ook aardig diep tot vlak voor de kust.
Tot drie keer toe werd ik aan wal gesmeten, wat op zich geen probleem was, maar ik had al die dingen om vast te houden, dat was waar ik me zorgen om maakte.
De derde keer kwam Willemijn me redden, maar intussen was ik wel op diverse plekken lekker geschaafd…
Nu zit ik fris gedoucht aan de borrel, lekker te lezen in “Kool” van Anna Enquist.
4 januari
Deze dag begon met een nare ervaring.
We zaten lekker rustig met onze digitale vriendjes (spelletje, boekje, chatten, internet) van de zondagochtend te genieten, toen Milou weer eens sneaky de tuin insloop. Na een minuut of 5 ineens een afgrijselijk hoge harde blaf/gil. Het ging door merg en been.
Willemijn en ik schoten overeind: dat was Milou…
Wat er niet allemaal door je heengaat: Wat is er, waar zit ze, leeft ze nog, hoe kunnen we haar ooit vinden, kan ze nog lopen, hoort ze ons?
Na twee akelig lang durende minuten kwam ze tevoorschijn uit de bosjes, een beetje timide. Pft… gelukkig, ze deed het nog.
Willemijn onderwierp haar meteen aan een onderzoek, maar nergens bloed, geen gat, uiteindelijk een minuscuul klein gaatje onder haar kin, maar dat kon er ook zomaar al een hele tijd zitten.
Haar hartslag was rustig, rustiger misschien wel dan normaal, en ze was heel kalm, wilde graag dichtbij Willemijn zijn. Het enig wat raar was, waren haar oogjes, die vielen bijna dicht. Het zag er niet uit. En ze ademde zo nu en dan heel raar, maar daar had Willemijn de één of ander vakterm voor, in elk geval iets waar ze zich geen zorgen over maakte.
We wilden eigenlijk ongeveer weg, maar besloten het maar eerst een uurtje aan te zien.
Het leek wel of ze in shock was of zo.
Gelukkig zette na een halfuur de verbetering in, en na een uur zat daar weer onze bekende Milou, ze reageerde weer op de koelkastdeur, wat meteen beloond werd met een lekker plakje kalkoen.
Het weer was flink minder dan we gewend waren: veel bewolking, zo nu en dan een buitje en keiharde wind. Die had er de afgelopen nachten ook al voor gezorgd, dat er het nodige in de keuken was omgewaaid, zoals doosjes thee, handdoeken, het tafelblad (dat van karton is).
Daarom konden we deze dag dan ook niet gaan kajakken op de zee.
Dus werd het programma omgegooid: we gingen naar Loterie Farm, waar een heus stukje regenwoud is. We maakten een lekkere wandeling naar boven, beetje Indonesisch sfeertje. Op het uitzichtpunt boven woei het natuurlijk flink, zodat het wel spannend was om foto’s te maken. Toen weer terug en we vonden dat we daarna wel eens een heerlijke lunch verdiend hadden.
Via een omweg reden we terug, om nog even een kijkje te nemen bij het Trou de David, waar de golven ook weer onstuimig klotsten. Normaliter schijn je daar ook door de zee naar het eiland te kunnen waden. We hebben er maar van afgezien.
Een paar heftige buitjes deden ons naar binnen vluchten in een supermooi winkelcentrum “Blue Mall”, waar het ongelooflijk rustig was. Maar we keken onze ogen uit: prachtige Antilliaanse vrouwen liepen er rond!
’s Avonds aten we bij Eva thuis, een echte traditioneel Poolse bietensoep, heerlijk!
Terwijl ik dit stukje zit te typen, heb ik bijna kippenvel op mijn blote armen…
Op pad nu, opnieuw naar Philipsburg.
-
06 Januari 2015 - 11:13
Annemieke Wigmore:
Wat heb je al veel leuke dingen gedaan, Corry...ik krijg bijna spijt dat ik niet met Emiel mee ga, volgende week...maar dan herinner ik me ineens weer de foto van die grote spin die je me liet zien,:-)) groet Willemijn en nog veel plezier samen -
06 Januari 2015 - 18:44
Rianne Nijman:
Hoi Corry, leuk om te lezen dat je gezellig met Willemijn zulke leuke dingen doet. Geniet er nog maar lekker van. Groet Rianne -
06 Januari 2015 - 19:53
Margreet:
Zo leuk om hier op een koude zolder (twee fleeces aan!) over dat wonderlijke eiland te lezen , over twee dynamische vrouwen en een hond ..... Ik geniet ervan
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley